Dit is hét moment voor de "uienlook". Wanneer weer en temperatuur wisselvallig zijn, komt deze laag-op-laag look goed van pas. Maar de afzonderlijke lagen van je outfit moeten niet alleen vanuit modeoogpunt op elkaar zijn afgestemd. Vooral als het gaat om werkkleding zijn er een paar do's en don'ts waar je rekening mee moet houden. Lees verder hoe je de gelaagde outfit voor op het werk kunt perfectioneren.
Het uienprincipe komt goed van pas in het overgangsseizoen. Door verschillende lagen kleding over elkaar te dragen, ben je goed voorbereid op weers- en temperatuurverandering. Afhankelijk van de omstandigheden kun je een extra laag aan- of uittrekken.
De modevakbladen hebben uitgebreide stylingtips voor de meest modieuze laagjeslook. En outdoor fanaten kennen het laagjesprincipe met een basis-, tussen- en buitenlaag. Maar waar moet je rekening mee houden als het om werkkleding gaat?
Constante "bedrijfstemperatuur"
Iedereen die graag wandelt, weet dat de beste softshell met membraan tijdens een veeleisende tocht bergop van weinig nut is als je er een katoenen shirt onder draagt. Een werkomgeving is vergelijkbaar met zo’n situatie. Werkkleding "met functie" heeft meer effect als de afzonderlijke lagen op de juiste manier worden gecombineerd. Alleen zo kan de laag-op-laag outfit helpen om het lichaam op een constante "bedrijfstemperatuur" te houden, zelfs bij veranderlijk weer. Dit is belangrijk voor een sterk immuunsysteem en helpt onderkoeling en verkoudheid en - in het ergste geval - verrekte spieren of skeletaandoeningen te voorkomen.
Het uienprincipe toepassen bij werkkleding heeft drie belangrijke voordelen:
- Koude-isolatie door ingesloten lucht tussen de kledinglagen
- Ademend vermogen met absorptie en afvoer van zweet
- Aanpassing aan het weer door aan- of uittrekken van een laag kleding
Effectief van onderaf
Het begint allemaal met het kiezen van de juiste basislaag. Anders is het uienprincipe al vanaf de basis ineffectief.
Het juiste, absorberende ondergoed is vooral bij fysiek, zweterig werk essentieel. Katoen is dan geen goede keuze omdat dit materiaal de transpiratie heel langzaam afvoert. Daardoor koelt het lichaam snel af tijdens werkpauzes. Polyester of wol zijn de betere alternatieven voor katoen.
Thermische laag
Werkkleding "met functie" werkt alleen als de afzonderlijke stoffen en lagen op elkaar zijn afgestemd. Waar de basislaag zorgt voor het afvoeren van zweet, is de tussenlaag verantwoordelijk voor goede isolatie. Dit wordt ook wel de thermische of isolatielaag genoemd. Het is namelijk de taak van de isolatielaag om warmte zo goed mogelijk vast te houden.
Dit is het domein van fleece en softshells.
Let er bij het kiezen van de tussenlaag op dat deze goed past. Concreet betekent dit: de mouwen en het rugpand mogen niet te kort zijn en het geheel mag niet te strak onder de oksels zitten.
De thermische laag moet ook compatibel zijn met de basis- en de buitenlaag.
Als je producten uit één modellijn kiest - bijvoorbeeld uit een van de CWS-collecties - is er een goede compatibiliteit. De CWS softshells kunnen namelijk in de parka's worden geritst.
Belangrijk: hoe dunner de laag, hoe dichter je die op het lichaam draagt! De snit van een ademend shirt dat je direct op de huid draagt moet voor de laag-op-laag look dus krap zijn. Het shirt moet strakker zitten dan de kleding die je er overheen draagt.
Kleding met een functioneel membraan, bijvoorbeeld het Windstopper® membraan van GORE TEX®, moet altijd worden gedragen over kleding zonder membraan.
Laatste laag: bescherming tegen weersinvloeden
In de herfst en winter heeft de buitenste laag, de vochtbarrière van het kledingstuk, ongetwijfeld de hoogste prioriteit in een “uienlook”. Speciale outdoor materialen voorkomen dat vocht binnendringt en houden het lichaam droog. Voorwaarde is wel dat de buitenste laag goed ademend is. Zo niet, dan wordt je lichaam nat door zijn eigen zweet en kan je het koud te krijgen.
Belangrijk om te weten: na verloop van tijd kan het membraan dicht gaan zitten. Dat gebeurt als vuil van buitenaf, maar ook zweet of huidverzorgingsproducten van binnenuit in de poriën van het membraan gaan zitten. Daarom moet het buitenste kledingstuk regelmatig professioneel worden gewassen, anders werkt het helaas niet!
Zo herken je een goed kledingstuk tegen natheid
De EN 343 norm voor weerbestendige kleding definieert de criteria waterdichtheid en lichaamstemperatuur als verplichte prestatiekenmerken. Deze twee parameters zijn elk onderverdeeld in 4 klassen, waarbij klasse 1 de laagste en klasse 4 de hoogst mogelijke klasse is. Klasse 4 bestaat sinds 2019. Je kunt goede regenjassen herkennen aan deze twee waarden. De norm zelf herken je aan het pictogram van een open paraplu.
Als er een "R" naast het pictogram staat dan is de kleding getest in de regentoren. Deze test is facultatief, maar CWS Workwear voert deze uit.
Extra duurzaamheidstip: eerlijke en regionale productieomstandigheden en milieuvriendelijke textielvezels helpen mens en milieu. Nog beter is het als alle lagen van jouw werkkleding zonder al te grote technische inspanning kunnen worden gerepareerd. Bij CWS Workwear besteden we hier aandacht aan, vanaf het eerste productidee tot de uiteindelijke realisatie van het kledingstuk.